Als kind was ik heel vaak buiten te vinden, struinen door gras en struiken, op blote voeten als het even kon. Mijn knieën zaten vol schrammen, mijn scheenbenen brandden van de netels en insectenbeten. Maar ik wist instinctief wat te doen. Dan plukte ik een groot blad weegbree – die met de ronde bladeren – en wreef het over mijn huid. Alsof Moeder Natuur zelf haar hand op me legde. Zo simpel. Zo helend.
Dat ritueel draag ik nog steeds met me mee. Onderweg pluk ik weegbree zoals vroeger, maar nu vul ik haar kracht aan met wat ik leerde in Kruidenpraktijk in de jaaropleiding Kruidenvrouw.
Ik maakte een krachtige zalf met wildgeplukte smalle weegbree, getrokken in zachte amandelolie, verrijkt met weegbree tinctuur die ik vorige winter maakte en een paar druppeltjes etherische olie van lavendel. Perfect voor schaafwondjes na het sporten... en de eerste insectenbeten. Niet dat ik daar op zit te wachten.
Weegbree wordt ook nog wondkruid of jeukkruid genoemd. Inwendig heeft het vooral een verzachtende werking op de slijmvliezen van de luchtwegen en van de maag en darmen. Je kan zowel Grote weegbree (ronde blad) als Smalle weegbree (lang, smal blad) gebruiken. Persoonlijk gebruik ik liever de smalle.